
Snelschaakkampioen Bert de Bruin
In vervolg op de beestenboel van vorige week (zie blog Beestenboel) vond er bij het jaarlijkse snelschaakkampioenschap van Teylingen een ware slachting plaats. Dat wil zeggen onder de vrouwelijke deelnemers (1).
Op voorhand leek het me al geen goed idee om mee te doen, maar ik liet me (weer eens) overhalen door mijn lief: ‘Joh, dat is toch gezellig, kun je nog wat leren.’ Heel gezellig, ja.
Op weg naar het slachthuis probeerde ik mezelf op te peppen: Nou ja, wat maakt het uit. Ga er gewoon vanuit dat je nul punten scoort, dan kan het alleen maar meevallen. Manlief probeerde me moed in te spreken: ‘Misschien zijn er maar een stuk of zes spelers, niet iedereen vindt snelschaken leuk.’ Nee, dat klopt. Dat wist ik als geen ander.
Oneven
We stapten de speelzaal binnen en wedstrijdleider Roel riep opgewekt uit: nu zijn we oneven, dertien man. (Nou ja, 12 + 1 stuks slachtvee). Het goede nieuws, zo bedacht ik me meteen (ik had namelijk de toernooiregels zorgvuldig doorgenomen), was dat ik dan in ieder geval 1 punt zou scoren, namelijk op het moment dat ik oneven zou zijn en dat kon nooit lang duren. Immers, degene die onderaan staat…
Ik blikte de zaal eens rond, waren er nog kansen tegen enkele tegenstanders? Niet veel, besloot ik. Menno zou er zeker voor gaan zitten na het debacle van de week ervoor, dus dat werd geen remise. In ieder geval niet tegen mij. Hij zou er overigens wel twee maken. ‘Hoe kan dat nou?’ bromde iemand. ‘Ja, zetherhaling.’ Als ik dat toch eens kon bereiken…
We have a winner!
Aan de top was het spannend, Ignace startte vol overgave met drie overwinningen op rij, onder andere tegen de latere toernooiwinnaar Bert (het zou Berts enige verliespartij worden), maar begon toen aan een lichte afdaling.
Na zes ronden gingen Bert en Piet aan kop met 5 uit 6, gevolgd door een hele serie mannen met 3,5. Daarna ging het gelijk op tussen beide heren, totdat Piet op Sam stuitte die er een remise uitsleepte. Jan B. – een van de 3,5 punters na ronde 6 – bleef weliswaar punten scoren, maar kon de achterstand niet meer goed maken. En zo werd Bert eerste en daarmee snelschaakkampioen van Teylingen en omgeving, met 12 uit 13 punten! Piet en Jan werden 2e en 3e met beiden 10,5 punt.
Persoonlijke overwinningen
En dan waren er natuurlijk nog de persoonlijke overwinningen. Zo werd Ignace moreel winnaar daar hij als enige van Bert had gewonnen, Menno maakte zijn faam waar als remisekoning (2 remises), Sam krijgt de sportiviteitsprijs toen ik, zo goed als mat, tegen hem zei: ‘Je kunt best die toren weggeven, je wint toch wel.’ Hij deed het! Geweldig! En hij won, tuurlijk. En toen Marcel later op de avond binnenstapte hoopte ik nog even dat ik mij kon laten vervangen door hem, maar daar trapte de wedstrijdeiding niet in. En zo werd ik afgetekend winnaar van een eierrekje met maar liefst 12 eieren erin! Mijn vorige record stond op 6, dus een absolute verbetering. Mijn minst slechte verliespartij (en is dat niet ook een klein beetje winnen?) was tegen Jelle, met 16 seconden op zijn klok tegen mijn droefwapperende vlag.

De vlag valt (wéér)… (Cartoon: Ignace)
Nooit meer!
Op weg naar huis probeerde ik deze avond snel uit mijn systeem te krijgen, om het plezier dat ik voor het spel heb opgevat (maar met náme dankzij de buitengewoon plezierige leden van SSC – en dat meen ik echt!) niet kwijt te raken. Manlief probeerde een zeer zorgvuldig geformuleerd (verstandig!): ‘Nou, je hebt er vast wel íets van opgestoken, en toch ook weer wat spelervaring opgedaan…’
‘Ja, ik heb er zéker iets van opgestoken,’ sprak ik tussen mijn opeengeklemde kaken, ‘de volgende keer doe ik niet meer mee.’ One lives and learns. Of toch niet? Aanstaand weekend ga ik op naar de volgende slachtpartij: TaTa journalistenkampioenschap. Zes lange (of wellicht hele korte 🙂 ) rondes in een klassiek speeltempo tegen geroutineerde schakers met ratings van ca 1600 – ca 2100. Ben ik er toch wéér ingetrapt…
Maaike