Zoals de laatste tijd wel vaker gebeurt stond er ‘ineens’ een onbekend gezicht in het speellokaal van SSC. ‘Erwin de Rouwe,’ stelde hij zich voor. Erwin bleek tien jaar niet gespeeld te hebben maar wilde graag meedoen die avond. Dat kon natuurlijk, soepel als wij zijn bij SSC. Het was rapid deze avond, wat voor Bert een verrassing bleek te zijn. ‘Wat spelen we vanavond?’ ‘Rapid.’ ‘Oh ja?’ Wat nu, was hij in de war, de bonen, of was de kalender niet goed ingevuld door mij? Was er soms iets aangepast door het bestuur? Wat was er aan de hand? Pas na afloop bleek dat Bert op de een of andere link op zijn mobieltje klikte die naar de wedstrijdkalender van 2022 linkte. Tja, dat schiet niet op natuurlijk. ‘Hoe dat kon?’ was zijn vraag aan mij, waarop ik hem schielijk doorverwees naar de technische man van onze website Jan B.
Jan B. was overigens de ‘gelukkige’ die tegen Erwin mocht. Nu vertrouw ik persoonlijk nooit mensen die zeggen dat ze al ‘zo en zo lang niet gespeeld hebben’. Bij bridgers heb je dat ook vaak: ‘Ja, ik heb al heel lang niet gekaart.’ Om je er vervolgens genadeloos af te hakken. Maar dat was mijn probleem niet deze avond.
Nee mijn eerste probleem was Marcel. Nu zie ik dat niet als zodanig, want ik vind het eigenlijk heel leuk om tegen Marcel te spelen. Ok, ietsje minder toen hij beslist nee zei toen ik ergens tegen het einde vroeg: ‘Je wilt zeker geen remise?’ Dat had ik goed ingeschat. Beter dan de slechte zet die ik deed. Dát die slecht was wist ik eigenlijk al. Ik zat stiekem te loeren naar een grande truc met een loperoffer (ik kan echt geweldig goed offeren), maar met één oog op de klok had ik te weinig tijd om dit echt uit te rekenen. What else is new. Dat was het moment van mijn remise-aanbod. Nee dus. Toen ik ‘ik pas’ probeerde trapte hij ook daar niet in. En had ik, vond ik later, toch maar moeten kiezen voor het spectaculaire (nou ja) loperoffer in plaats van die pion naar voren. Marcel hoefde het alleen maar af te maken en dat deed hij. Jan zei later nog tegen me: ‘Deze keer geen dame-offer van Marcel?’ Nee, helaas niet.
Jan moest trouwens zelf aan de bak want tien-jaar-niet-gespeeld-Erwin kwam, zag en overwon. En daarna mocht Jan tegen mij. En ik wist al hoe dat ging aflopen, ondanks het feit dat Jan (achteraf) tegen me zei: ‘Je stond beter dan ik.’ Tja, wat heb je daaraan als je vervolgens je tweede nul noteert. ‘Liet hij je niet eens winnen?’ vroeg Ignace met een waar gentlemens gezicht. ‘Neuh, maar dat wil ik ook niet en ook geen remise, van hem wil ik nóóit (onterecht) remise.’ De niet- of recent nieuw-lid-lezer van deze rubriek vraagt zich nu misschien af: wat is dat voor vete daar op die club, naar neen, het is het befaamde echtpaar-probleem. Echtpaarbridge, echtpaarschaak, het zijn bronnen voor pas échte gevechten, maar gelukkig hoef ik maar twee keer per jaar tegen manlief te spelen, één keer in de interne en één keer in de rapid. En dat hebben we nu dan maar weer gehad.

Stand rapid respectievelijk interne
De derde ronde was ik oneven en misschien denk je dat ik dan blij ben met dat (on)verdiende puntje, maar ik speel er toch liever voor. Maar ook ‘oneven’ is eenmalig en daar ben ik in de rapid dan ook weer vanaf.
En Erwin? Na Jan B. was Marcel het slachtoffer maar in de laatste partij liet Sam van zich horen en die maakte remise, had zelfs misschien wel kunnen winnen? Sam is echt heel goed bezig de laatste tijd, zowel in de rapid als in de interne, aaah SSC’s hoop voor de toekomst!
Maar goed, SSC’ers. Toen ik Erwin na afloop vroeg of hij van plan was lid te worden van onze toffe club antwoordde hij bevestigend, ja, hij wilde wel lid worden. Jullie zijn gewaarschuwd!
Maaike